In 2008 geschreven in het Jaarboek van het Mondriaan College. Destijds was ik kernteamleider en het is gebruikelijk dat je dan een stukje schrijft in het Jaarboek.
Hoeistie?
Geboren ben ik iets later dan het begin van de tweede helft van de vorige eeuw. Vijfenvijftig jaar geleden dus. Het enige moderne communicatiemiddel was de zwarte bakelieten telefoon. Mijn vader had hem nodig voor zijn werk, maar mijn moeder maakte er meer gebruik van en ik nog meer. Mijn vriendin woonde twee huizen verder en zat bij mij in de klas. We fietsten samen naar en uit school en toch hingen we daarna nog uren aan de lijn. Haar broer en de mijne vroegen zich serieus af wat wij nog allemaal te bespreken hadden. Het antwoord zou ook in deze tijd passen. Het tempo en de middelen om te communiceren zijn nu echter heel anders dan toen en af en toe waag ik een poging om met de ontwikkeling mee te doen.
Al kwekkend begin ik mijn kerstvakantie. Ron, een oud-mentorleerling en bijna afgestudeerd hbo’er, wil wel een stukje voor Mondisch schrijven over zijn opleiding bij Fontys. Kim en Anne, mijn huidige mentorleerlingen, blijken ook online te zijn en ik trek de stoute schoenen aan. Ook even met hen kwekken: een multikwek. Poeh, poeh, ff snel een zinnetje over en weer blijkt voor mij een hele klus. Zeker als je er drie tegelijk probeert te bedienen. Ik kan het zonder type- of spelfouten willen schrijven niet loslaten en dat is toch een struikelblok als je snel wilt zijn en bij kwekken moét dat. Ondertussen heeft de accu van mijn laptop voeding nodig, net een mens op zijn tijd. Op advies van collega Mart, moet hij gewoon af en toe helemaal leeg. Met als gevolg een zwart scherm tijdens mijn eerste kweksessie. Mijn tweede struikelblok wat tempo betreft. Na de aansluiting op het stroomnet en een herstart lees ik dat Kim zich uit de naad werkt en Anne haar scooter terug heeft. Het komt best goed met die twee. Ron belooft een mooi verhaal met een leuke verrassing. Marlies Arts, oud-leerlinge, gaat tien weken naar Nieuw-Zeeland en via haar hyves houdt ze mij op de hoogte en ik de rest van het Mondriaan via Mondisch. Zo werkt dat.
Ik klik even op mijn outlookverbinding en inmiddels heeft Lara vanuit de mentorvaksite in de elo een administratieve fout gemeld wat betreft haar absentie: ze was maar een uurtje naar de huisarts en geen twee zoals ze kon zien op de site en ze had nota bene een briefje ingeleverd. Mijn elomail komt via mijn schoolaccount binnen, maar om te antwoorden moet ik toch eerst terug naar de elo. Ik ervaar dit bijna als een handicap. Kan het niet sneller? “ Bedankt Lara, hartstikke fijn dat je dit meldt. Ik zorg dat het goed komt.”
Tenslotte laat Mieke via mijn webbased schoolmail weten dat ik een cijfer bij een PTA heb ingevuld, terwijl ze nog geen SET heeft gemaakt. Foutje bedankt! Dit alles in nog geen vijf minuten tijd. Ik schiet in de stress.
Oeps! Bijna vergeet ik Jasmina. Zij sms’t en belt mij mobiel als de nood hoog is. Vanuit haar perspectief natuurlijk. Zal ik haar s.o.s’en na mijn geconstateerde traagheid wegens ouderdom of gewoon een moderne time-out nemen? Ik heb last van heimwee naar die bakelieten telefoon met zo’n draaischijf, die zo stroef ging dat je bijna je wijsvinger verstuikte. Maar toch blijf ik volhouden met hyves , mail en sms, want ik wil zo graag weten hoe het met jullie gaat, straks als jullie uitgevlogen zijn, onder de mondriaanvleugels vandaan.
Een kaartje mag ook.