Hieronder twee hints hoe je aan informatie kunt komen over professionaliseringsactiviteiten en hoe je kunt professionaliseren middels peer review.
Twitter en je leert nog wat en je bespaart tijd
Gisteren kwamen er twee twitterberichten voorbij van docenten over professionaliseren. Patricia van Slobbe schreef professionaliseren met behulp van Twitter: het kan en Stefan van der Weide had een jaar geleden al een blog geschreven Professionaliseer jezelf als docent via Twitter. Met de inhoud van de blog van Stefan ben ik het niet helemaal eens. Het deel over ‘volg je leerlingen’ is niet mijn ding. Ik volg geen leerlingen op Twitter en leerlingen volgen mij niet. Stefan schrijft in zijn blog het volgende:”Een goede docent weet wat er bij zijn leerlingen speelt. Hierdoor kun je immers beter aansluiten bij hun belevingswereld en daar de lesstof beter op af stemmen. Maar het verlaagt ook de drempel voor leerlingen om misschien wat te vragen. En je vergroot je bereikbaarheid als docent.” Ik ben van mening, dat je ook een goede docent kunt zijn zonder dat je met hen twittert en er zijn volgens mij voldoende andere communicatiemiddelen dan Twitter. Op het Mondriaan College hebben we een elo en leerlingen mailen mij altijd via de elo als ze vragen hebben. Dat is een afgeschermde route die prima voldoet. Een nadeel van twitteren met je leerlingen bleek onlangs toen Jelmer Evers met zijn leerlingen vlak voor het examen geschiedenis twitterde. Een nobele daad, maar ik heb hem toch maar een dagje ontvolgd, want ik ben echt niet geïnteresseerd in allerlei examentips voor geschiedenis. De tweets vlogen je om de oren. Jelmer heeft voor deze activiteit met de beste bedoelingen gekozen, maar het kan anders. Mijn leerlingen stuurden een mail via de elo en dat was heel efficiënt en effectief en niemand had er verder last van. Een mooi alternatief is http://www.todaysmeet.com waar je in een handomdraai een afgesloten account kunt aanmaken. Ik denk dat Jelmer ons heeft willen informeren over zijn vragenuurtje, maar dat kan in 140 letters of via een blog.
Patricia en Stefan wijzen beide op de mogelijkheid om via Twitter informatie te krijgen over professionaliseren. Twitter is daarvoor niet alleen een prima medium, maar je bespaart je ook een heleboel tijd door de juiste mensen te volgen. Zowel Patricia alsook Stefan geven een paar mooie hints welke personen je zou kunnen volgen die jou vervolgens op de hoogte brengen in maximaal 140 tekens over allerlei nieuwe ontwikkelingen. Je hoeft dus niet zelf achter dingen aan of uit te vinden wat je ermee kunt. Enfin, lees de blogs en start met een account. Overigens vind ik, dat een twitteraccount voor professionaliseringsdoeleinden tot de outfit van een schoolleiding behoort om docenten te kunnen adviseren bij hun pop.
Ontvang nieuwsbrieven
Een andere optie om informatie te krijgen over professionaliseringsactiviteiten is het ontvangen van nieuwsbrieven. Je hoeft niet te gaan zoeken op internet, maar je krijgt via de digitale brievenbus allerlei interessant nieuws. Voor mijn vak Duits ontvang ik bijvoorbeeld de nieuwsbrieven van het Europees Platform, Linq, Duits.de, digischool, Goethe instituut en vanuit Duitsland Alumniportal Deutschland, Klett en Hueber. Daar komen dan nog bij de nieuwsbrieven van enkele uitgevers in Nederland. Deze laatste groep is heel handig, omdat ze behalve algemene info ook vaak kant-en-klare lesbrieven meesturen. Als je nou denkt, dat mijn brievenbus daardoor volloopt dan heb je het mis. De meeste nieuwsbrieven verschijnen één keer per maand. Ik lees de koppen en als ik er een interessant vind dan pas lees ik dat deel. Vervolgens heb ik een map ‘nieuwsbrieven’ aangemaakt, waar alles na lezing in bewaard wordt. Info waarvan ik denk, dat die mogelijk interessant is voor een collega stuur ik ook door. Delen is een onderdeel van professionaliseren. Opgedane kennis deel ik ook in de vaksectie of met andere collega’s mvt. Ik ben begonnen met de nieuwsbrief van digischool en allengs kwamen daar andere nieuwsbrieven bij. Sommige unsubscribe ik dan weer, omdat de ervaring leert dat ik er niks van opsteek. Weg ermee.
Peer review
Op de site van de Onderwijscoöperatie staan twee mooie artikelen over peer review. In de samenvatting Peer review in de praktijk wordt ingegaan op de verschillende vormen van peer review en wordt aandacht besteed aan de kenmerken waarop vormen van peer review van elkaar kunnen verschillen. Ik was zelf eens benieuwd met welke vormen ik inmiddels al kennis heb gemaakt.
Collegiale consultatie
Hierbij zijn docenten in vaste duo’s aan elkaar verbonden. Het gaat in de meeste gevallen om tweerichtingsverkeer waarbij de docenten op elkaars handelen reflecteren, al dan niet in combinatie met lesbezoeken. Deze vorm van peer review wordt op het Mondriaan College gepraktiseerd.
Ik ben bij een collega in de les gaan kijken en de collega in mijn les. Aan de hand van een kijkwijzer heb ik de les geoserveerd en nabesproken. Het probleem bij deze vorm van peer review zit hem in roostertechnische zaken. Ben ik vrij als de betreffende collega les heeft en omgekeerd? Kan de school het zich permitteren om lessen uit te laten vallen voor wederzijds lesbezoek? Dat vind ik geen goede zaak, want ik wil mijn lessen niet laten uitvallen. Het is dus een kwestie van passen en meten. Mijn ervaring is, dat collega’s altijd bereid zijn om je in hun les te laten kijken. Onlangs heb ik een les Engels bezocht bij een collega. Ik hoor van collega’s goede berichten over zijn lessen en zie hem in de docentenwerkruimte ijverig bezig met de voorbereiding. Misschien kon ik nog iets van hem leren en heb in een vrij uur een les van hem gevolgd. Uiteraard pas na afspraak. Jazeker, ik heb nog van hem geleerd. Onder andere een handige manier om snel en efficiënt woordjes te overhoren. Leerlingen moesten met een aantal woorden een zin formuleren en dit werd in rap tempo gecontroleerd. Zelf ga ik www.todaysmeet.com hiervoor gebruiken. Dan kunnen alle leerlingen meekijken naar de resultaten.
Collegiale visitatie
Docenten brengen lesbezoeken aan elkaar. Soms gebeurt dit tussen vaste duo’s van docenten, zoals beschreven bij collegiale consultatie. Ook zijn er vormen waarbij docenten in wisselende samenstellingen elkaars lessen bezoeken. Sommige scholen geven er de voorkeur aan gebruik te maken van kijkwijzers om de lessen te observeren. Anderen laten het liever vrij. Lesbezoeken vinden niet alleen plaats tussen peers (docenten onderling). Er wordt ook gevarieerd met vormen waarbij anderen dan peers lessen bezoeken, zoals de schoolleiding of externen. Lesbezoeken kunnen variëren van enkele minuten (flitsbezoeken) tot halve en hele lessen.
Deze vorm van peer review ken ik alleen vanuit een functionerings- of beoordelingsgesprek.
Intervisie
Binnen een intervisiegroep bediscussieert een vaste groep docenten thema’s waarover zij vragen hebben. De thema’s worden over het algemeen voorbereid door de persoon die een thema inbrengt. Intervisiegroepen bestaan idealiter uit niet meer dan zes tot acht personen en komen met een vaste regelmaat, enkele malen per jaar, bijeen. Doel is dat alle leden zowel eigen ervaringen inbrengen als tips ten behoeve van het eigen functioneren halen.
Op het Mondriaan College heb ik drie jaar geleden het inititatief genomen om met de collega’s Frans en Engels in de bovenbouw te overleggen over het PTA. Dit overleg is inmiddels uitgebreid met andere activiteiten en ook zijn meerdere docenten betrokken: het Talenteam, waarbinnen alle mvt en Nederlands vertegenwoordigd zijn. Binnenkort verschijnt er een video op Leraar24 over de wijze waarop het Talenteam samenwerkt.
Interscolaire consultatie
Deze vorm van peer review tussen docenten van verschillende scholen waarbij docenten elkaar feedback geven en kennis uitwisselen tijdens speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomsten. Aandacht is daarbij vooral gericht op de schoolorganisatie en de wijze waarop onderwijs wordt aangeboden. Het lesgeven van de individuele docent komt hierbij niet, of niet primair, aan de orde.
Drie jaar geleden heb ik voor het eerst contact opgenomen met een drietal collega’s van andere scholen in verband met onze eindexamenresultaten. Ik wilde graag weten hoe zij hun leerlingen voorbereiden op het eindexamen. Met de zo verkregen informatie heb ik een programma opgesteld met het doel om de eindexamenresultaten te verbeteren. Het betrof een overleg tussen collega’s in Boxmeer, Uden en Oss (ROC). Vorig schooljaar heb ik overleg gehad met een collega uit Eindhoven en Landgraaf. Deze gesprekken heb ik als zeer waardevol ervaren. Ook heb ik vorig jaar en dit jaar de eindexamenbesprekingen geregeld tussen de collega’s Duits van de Orionscholen en hebben we zeer nuttige informatie uitgewisseld. Inmiddels ben ik lid van TheCrowd en ook via deze route heb ik met drie collega’s uit Breda van het Graaf Engelbrecht College, mvt en Nederlands, een overleg gehad om een workshop examentraining voor te bereiden voor TheCrowd. Met enige trots kan ik de examenresultaten van mijn twee eindexamenklassen vermelden: havo-5 een 6,6 gemiddeld en vwo-6 een 6,5 gemiddeld. Voor beide klassen een hogere score dan het landelijk gemiddelde.
Interscolaire visitatie
Deze vorm van peer review vindt tussen docenten van verschillende scholen plaats, maar in tegenstelling tot de interscolaire visitatie bezoeken de betrokken docenten elkaars lessen. Vaak vindt dit plaats tussen scholen die onder hetzelfde bestuur vallen, of scholen die elkaar al in bepaalde netwerken zijn tegengekomen. Van tevoren worden afspraken gemaakt over de onderwerpen waaraan aandacht wordt besteed. Het kan bijvoorbeeld gaan om zaken waar de inspectie van het onderwijs op let.
Hier heb ik geen ervaring mee.
Als laatste tip: gebruik het www.registerleraar.nl om je scholingsactiviteiten bij te houden.