Maandag 23 september was de laatste juryronde voor Leraar van het Jaar. In de ochtend kregen alle genomineerden een mediatraining en ’s middags moesten we een statement opstellen  en dat vervolgens aan alle juryleden voorleggen. In de uitnodiging van de onderwijscoöperatie stond een aantal onderwerpen, waaruit je eventueel kon kiezen, maar je was helemaal vrij om je eigen boodschap uit te dragen.  De vermaledijde escalatieladder SE/CE kwam ook voor in het rijtje mogelijke onderwerpen. Het leek me nog niet zo gek om daar eens een statement van te maken, want uiteindelijk had dit staaltje politiek mij op het spoor gezet om eens goed na te denken over het onderwijs zoals dat was en uiteindelijk zou moeten zijn.  Uitgangspunt naar een zoektocht op inhoud in plaats van cijfergeklungel.

Van diverse collega’s hoorde ik, dat de escalatieladder voor de talen een volstrekt onzinnig iets was, want tenslotte was leesvaardigheid een andere vaardigheid dan spreken of schrijven. Dat kon je toch niet met elkaar vergelijken. Ik bespeurde hier externe attributie en wat ik miste in veel discussies was de kans om je autonomie te benutten. Die kans heb ik met beide handen gegrepen.

Vanuit verschillende perspectieven heb ik de afgelopen jaren naar mijn onderwijs gekeken en conclusies getrokken. Die bevindingen hebben mij uiteindelijk geholpen mijn lessen op inhoud te verbeteren.

Allereerst heb ik een verbeterplan opgesteld en dat SMART geformuleerd. Dat kostte wel tijd, maar het bracht ook structuur in de stappen, die ik wilde zetten om mijn onderwijs beter te maken. Een jaar eerder hadden mijn collega Jos en ik al besloten om te starten met een zelf ontwikkelde digitale methode, waarbij het uitgangspunt was om te kiezen voor actuele thema’s die de leerlingen echt interesseerden.   Een intellectuele uitdaging las ik vandaag in de krant. Maar dat was slechts een begin van een uitgebreider traject.  Met als uitgangspunt het verbeterplan heb ik als eerste stap de resultaten van onze eindexamenkandidaten  vergeleken met andere scholen en contact opgenomen met collega’s , die betere CEcijfers behaalden. Als genieter van de Stammtisch Duits in Nijmegen leerde ik enkele jaren geleden diverse collega’s Duits kennen en wisselen we tijdens ons jaarlijkse borrelmoment wetenswaardigheden uit. Zo ook de resultaten van het eindexamen. Op die manier hoorde ik welke collega goede examenresultaten behaalde en maakte ik afspraken om op andere scholen te gaan kijken en te vergelijken met onze aanpak. Daarnaast heb ik deelgenomen aan tien bijeenkomsten over Kwaliteitsborging schoolexamen. Via de nieuwsbrief van de SLO werd ik over deze mogelijkheid geïnformeerd.  Deze  deelname had ik opgenomen in het verbeterplan. De bijeenkomsten, verdeeld over twee jaar,  leverden mooie inzichten op die ik ook deelde met mijn collega’s Frans en Engels. Naast contacten, noem het intervisie, met andere collega’s, vind ik het aandeel van de leerlingen zeker zo belangrijk in dit proces en op de site van de open universiteit vond ik een digitale leerlingenenquête. De uitkomsten heb ik samen met leerlingen besproken en daarbij kwam o.a. naar voren dat ikzelf wel vond, dat ik bepaalde zaken  deed, maar  blijkbaar niet expliciet aan de leerlingen vertelde waarom dit belangrijk  voor hen was. Waarom doen we dit en waarvoor heb je dat nodig? Heel belangrijke onderdelen om leerlingen te motiveren en ik moest dus voortaan de link naar het doel van wat we deden  verwoorden. Ik heb mijn leerlingen bedankt voor alle goede tips en ze ter harte genomen. Helaas heeft OU de enquête niet meer, maar de onderwijscoöperatie heeft een vergelijkbare feedbackscan. Vanuit mijn eigen behoefte aan structuur heb ik de voorbereiding voor leesvaardigheid in het eindexamenjaar op een blog beschreven, maar ook om te delen en verantwoording af te kunnen leggen. De stemkastjes waarmee we eerst werkten, zijn inmiddels vervangen door de tool Socrative.  Leerlingen hebben de app op hun mobieltje en dat werkt uitstekend. Ik vraag   leerlingen regelmatig of zij baat bij hebben bij mijn aanpak en zo nodig pas ik de lessen aan. Verder is formatief toetsen  voor mij  dé manier om leerlingen inzicht te geven of ze de stof begrijpen en hen verder te helpen.

Via de nieuwsbrief van Kennisnet, als ik me goed herinner, kwam een oproep om een innovatief project in te dienen en daarmee kon je subsidie verkrijgen. Behalve leesvaardigheid wilde ik ook spreekvaardigheid op een hoger plan brengen en de cursus ERK via de Radboud universiteit leverde de praktische handvatten.  Werken aan inhoud en niet rommelen met de cijfers.  Voor spreekvaardigheid heb ik vervolgens een project beschreven waarbij de camrecorder als feedbackinstrument gebruikt wordt bij ERK taaltaken.  Voor de jury een reden om de subsidie toe te kennen. Dit project is vorig jaar ook genomineerd voor het Europees Talenlabel.

Afgelopen twee jaar heb ik de examenbesprekingen Duits vmbo, havo en vwo in Oss voor collega’s van de Orionscholen en Levende Talen georganiseerd. Een hele mooie gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen over kwaliteit van onderwijs én het Cito examen.

Op de site van het Cito  staat een overzicht van de landelijke cijfers CE voor Duits in vergelijking met andere vakken in de afgelopen jaren. De moed zonk mij in de schoenen. Op het forum van de examenbespreking heb ik mijn voortschrijdend inzicht over de onzin van de escalatieladder kenbaar gemaakt. Paul Vergoossen heeft  mijn noodkreet opgepakt en heeft er een politiek item van gemaakt. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat wat ik ook doe om mijn onderwijs te verbeteren het gemiddelde voor het CE Duits kunstmatig laag wordt gehouden.  De escalatieladder is een kunstmatig gedrocht. Mijn cijfers voor havo en vwo liggen ruim boven het landelijk gemiddelde, maar toch. Mijn vak al jaren als laagste genoteerd op de landelijke ladder, dat doet zeer.

In verbinding en verbondenheid samen goed onderwijs maken.  Daar ging mijn statement over. Mijn ziel en zaligheid. Ladders vermijd ik op mijn leeftijd.