In een bijna ver verleden bezocht ik na de mulo de havo. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de mulo dezelfde docente had voor Duits en Frans. Duits ging van een leien dakje, maar Frans was echt een kwelling. Het gegeven dat ik goed was in Duits kwam niet vanzelf en had volgens mij niets te maken met aanleg voor talen, want dan zou ik Frans op hetzelfde niveau moeten beheersen. Dat de docent ertoe doet is volgens mij ook slechts ten dele waar, want waarom waren mijn resultaten bij Duits dan uitstekend en bij Frans bedroevend. Ik weet het wel, want we keken thuis altijd naar de Duitse televisie. Duits werd bijna mijn tweede moedertaal. Onlangs kreeg ik weer een compliment vanwege mijn uitspraak, maar toen ik jong was moesten alle presentatoren in Duitsland de Bühnensprache gebruiken. Dat was vergelijkbaar met de uitspraak van het Nederlands van de onlangs op 104-jarige leeftijd overleden nieuwslezer Frits Thors. Ik laat leerlingen dan ook regelmatig naar video’s luisteren met een voor hen interessant thema alleen al vanwege de perfecte uitspraak van het Duits. Voor mij hoeft er niet bij elke video een opdracht te zijn. Gewoon luisteren en let op de uitspraak. Fertig! Dat ik door gewoon veel naar de Duitse tv te kijken een behoorlijk voordeel had besefte ik pas later. In havo-4 had ik de heer Beurskens als docent Duits en ik haalde bij hem hele goede cijfers. In de vijfde klas kregen we een andere docent en ik kan mij nog herinneren dat ik toen dacht, dat het nu wel afgelopen was met de goede cijfers. Ik koppelde mijn resultaten automatisch aan de docent en niet aan mijzelf. Een vergissing bleek later. In het vijfde leerjaar werkte ik net zo hard als in het vierde leerjaar en ik sloot Duits af met een negen. Toen begreep ik, dat mijn motivatie om goede cijfers te halen van een andere orde was dan de docent. Ik wilde iets bereiken in het leven en mijn ouders hadden mij geleerd dat je daarvoor zelf verantwoordelijk bent en zelf je best voor moet doen. Maar ja, zij waren nog van de generatie die de oorlog had meegemaakt en studeren was destijds geen vanzelfsprekendheid maar een kans.