Bij de Ursulinen, een nonnenschool, bezocht ik de Pedagogische Academie. Tegenwoordig heet die opleiding tot basisschooldocent de Pabo. Mère Emanuelle doceerde aardrijkskunde en leerde ons met de nieuwste apparatuur om te gaan: de stencilmachine en ietsje later kwam daar de tv en een videorecorder met banden bij. De videocassetterecorder kwam pas later. Ze glom van trots, ons bijna gepensioneerde nonnetje, want klein was ze. Trots omdat ze ons iets kon laten zien wat destijds de meeste basisscholen nog niet hadden: een tv en videorecorder. Onze mère wilde ons goed voorbereiden op ons toekomstige beroep en daar hoorden die apparaten ook bij. Ik durf te wedden, dat ze de Smartphone ook omarmd zou hebben. De nonnen gingen met hun tijd mee. We hadden zelfs een beatkelder onder het klooster, Hades genaamd. Elke pauze draaide daar een medestudent muziek en was er op z’n tijd een heuse disco.
Tijden veranderen en het lijkt alsof de angst voor nieuwe technologische toepassingen docenten in z’n greep houdt. Zoals Smartphones uit school verbannen. Dat idee ontstaat als je van je constateringen geen leervragen maakt die je vervolgens in een professionele leergemeenschap met elkaar bespreekt om samen tot oplossingen te komen.
In februari verscheen de masterthesis van Astrid van Twillert. Zij volgde de opleiding Onderwijswetenschappen aan de OU en studeerde summa cum laude af. Twillert stelt onder andere dat docenten ondersteuning en professionaliseringsactiviteiten nodig hebben die niet alleen gericht zijn op technische, maar vooral ook op onderwijskundige aspecten van het ontwikkelen en implementeren van technologie in het onderwijs. Ook zouden docenten van studenten en collega’s positieve signalen moeten krijgen over Web 2.0-technologieën en kennis en ideeën zouden collegiaal uitgewisseld moeten worden. Tot slot zouden docenten tijd en gelegenheid moeten krijgen om ervaring op te doen in het integreren van Web 2.0-technologieën in hun didactiek. Twillert deed onderzoek onder hogeschooldocenten. De uitkomst is zeker ook van belang voor docenten in het vo.
De masterthesis van Astrid van Twillert